---

Standpunt erkenning 'klinisch seksuoloog'

Geachte VVS-lid,

Op de Algemene Ledenvergadering van 27 februari 2016 spraken we uitgebreid rond de stand van zaken in de erkenning van de titel 'klinisch seksuoloog'. Op vraag van vele leden, bezorgen we u hierbij een beknopte samenvatting van het VVS-standpunt in dit dossier.

De Vlaamse Vereniging voor Seksuologie is de beroepsvereniging van Vlaamse seksuologen, en vraagt namens haar leden aan de federale minister van Volksgezondheid om de klinische seksuologie op te nemen als autonoom zorgberoep in de wetgeving op de uitoefening van de gezondheidsberoepen, naar analogie van de klinische psychologie en de klinische orthopedagogie.

Ons standpunt is verder dat:

• de titel van klinisch seksuoloog, met alle mandaten, verantwoordelijkheden en plichten, best wordt voorbehouden aan de personen met een masterdiploma seksuologische wetenschappen, die een minimum aantal uren gesuperviseerde praktijk hebben doorlopen bij een erkende stageplaats of onder supervisie van een erkende supervisor;

• de erkenning van klinisch seksuoloog toegang moet geven tot de bijkomende opleiding en daaraan verbonden erkenning tot psychotherapeut (eventueel mits een aangepast bijkomend vormingstraject).

• klinische seksuologen als beroepsgroep vertegenwoordigd moeten zijn in alle relevante beleids- en praktijkstructuren, naar analogie van de klinische psychologie en de klinische orthopedagogie.

Onze redenen om dit te vragen zijn de volgende:

• Seksuele moeilijkheden en problemen komen vaak voor op bevolkingsniveau en hebben een duidelijke negatieve invloed op de kwaliteit van leven van de mensen die er onder lijden. Slechts een klein percentage van de mensen die last hebben zoekt en krijgt hulp bij deze problemen, en de ‘treatment gap’ blijft dan ook hoog.

• Seksuele moeilijkheden komen zelden aan bod bij andere hulpverleners. Zowel de mensen met problemen als de hulpverleners voelen zich geremd. Artsen en psychologen krijgen in hun basisopleiding weinig of geen kennis aangereikt over de diagnose en behandeling van seksuele problemen, laat staat dat er diepgaand kan worden ingegaan op het inoefenen van vaardigheden, of het kritisch bekijken van de eigen attitude.

• Mensen met seksuele problemen verdienen veilige en kwaliteitsvolle zorg, maar kunnen op dit moment niet uitmaken waar ze die kunnen krijgen. Bij gebrek aan officiële erkenning door de overheid, kan iedereen zichzelf ‘seksuoloog’ noemen. Het risico dat mensen terechtkomen bij iemand die over onvoldoende geschoold is, of, erger nog, malafide bedoelingen heeft, is reëel.

• Klinische seksuologie als praktijk heeft altijd al een groot belang gehecht aan integrale zorg en multidisciplinair werken. Wij zijn vragende partij voor een hechte en efficiënte samenwerking met andere zorgverleners (huisartsen, klinisch psychologen, gynaecologen, urologen, psychiaters, oncologen, kinesisten…). Maar dit is enkel mogelijk als klinische seksuologen, op basis van een officiële erkenning, toegang hebben tot de kanalen en structuren die daarvoor worden opgezet. Het gaat dan in concreto bijvoorbeeld over integratie in zorgpaden- en trajecten, en toegang tot e-health.

We willen hierbij ook duidelijk stellen dat het niet onze vraag is om via deze erkenning een monopoliepositie te verkrijgen rond de diagnose en behandeling van seksuele problemen. Andere zorgverleners die zich op dit gebied bijscholen en seksuele problematieken ter harte nemen in hun praktijk kunnen altijd op onze steun rekenen. We denken wel dat in het geval van diepgaande en complexe problematieken, behandeling door een klinisch seksuoloog de meeste kwaliteit van zorg biedt.

Alexander Witpas
voorzitter VVS