Hijgtelefoons, een fenomeen waar velen van ons al mee te maken gekregen hebben.
Onlangs kregen we de melding van een collega-seksuoloog dat deze te maken kreeg met hijgtelefoons. Bij een korte rondvraag in de raad van bestuur bleek al snel dat dit geen alleenstaand geval was, meerdere collega’s geven aan dit zelf ook al meegemaakt te hebben.
Als seksuoloog zijn we getraind om onbevooroordeeld te luisteren naar seksuele verhalen en worden we niet snel opgeschrikt door seksueel ‘normafwijkend’ gedrag. Dit maakt ons ook onmisbaar in het hulpverleningslandschap. Dit betekent echter niet dat we tolerant moeten zijn naar grensoverschrijdend gedrag naar onszelf. Want daar gaat het hier eigenlijk over. De hijgtelefoons zijn wel degelijk grensoverschrijdend.
Sommige hijgtelefoons zijn éénmalig, anderen herhalen zich en in sommige gevallen blijft het langdurig aanhouden. Tussen twee telefoons kunnen korte maar ook erge lange pauzes zitten, waardoor het onvoorspelbaar wordt wanneer de telefoons gestopt zijn. Kortom zo’n hijgtelefoon ontvangen, kan lastig zijn maar kan ook zwaarder beginnen doorwegen. Daarom vinden we het als vereniging belangrijk om hier de nodige aandacht aan te schenken. Als vereniging willen we zorg dragen en jullie ondersteunen waar nodig, ook met deze lastige situaties.
In wat volgt willen we kort aanreiken wat je kan doen als je hiermee te maken krijgt. Naast de wettelijke ‘stappen’ die je kan ondernemen, willen we ook oproepen om de nodige aandacht te schenken aan de emotionele belasting die dit kan meebrengen.
Juridisch kader
Word je telefonisch lastig gevallen door dezelfde onbekende oproeper? Weet je niet hoe om te gaan met kwaadwillige oproepen? Wil je de identiteit van de beller kennen? Deze vragen houden ons bezig als we een hijgtelefoon krijgen. Hijgtelefoons valt onder ‘kwaadwillige telefoongesprekken’ waar dus kwaad opzet mee gemoeid is.
In overeenstemming met artikel 43bis §3 7° van de wet van 21 maart 1991, is de ombudsman voor Telecommunicatie (overkoepelende ombudsdienst boven alle providers) ermee belast van elke persoon die beweert het slachtoffer te zijn van kwaadwillig gebruik van een elektronische communicatienetwerk of –dienst, het verzoek te onderzoeken om inlichtingen te krijgen over de identiteit en het adres van de gebruikers van elektronische communicatienetwerken of –diensten die deze persoon hebben lastiggevallen, voor zover die gegevens beschikbaar zijn. De ombudsdienst willigt het verzoek in indien de volgende voorwaarden verenigd zijn: de feiten lijken vast te staan en het verzoek heeft betrekking op precieze data en uren.
Wat moet je doen als je zo’n telefoontje krijgt?
– Word je door een onbekende oproeper lastiggevallen?
Je kan aan de Ombudsdienst voor Telecommunicatie vragen om de identiteit van de oproeper na te gaan. Deze aanvraag dient schriftelijk te gebeuren. Die ombudsdienst start alleen een onderzoek als de feiten vast lijken te staan en als je precieze datums en tijdstippen van de oproepen bezorgt via een aanvraagformulier. De dienst kan de vermoedelijke dader niet identificeren als de oproepen gebeurd zijn vanuit een ander land, en soms ook niet als de beller een gsm met een voorafbetaalde kaart gebruikt.
In het kader van de bepalingen met betrekking tot de bescherming van de privésfeer, is de ombudsman niet gemachtigd om op te treden. Hij zal dus nooit zelf contact opnemen met de vermoedelijke dader van de kwaadwillige oproepen of sms-berichten. Hij zal wel het nummer aan jou prijsgeven maar onderneemt zelf niets. Daarom is het dus belangrijk om naast het indienen van dit aanvraagformulier ook een klacht neer te leggen bij de politie.
Het is sterk aan te raden om eerst via ombudsdienst een aanvraagformulier in te vullen en dan een melding te maken bij de politie. Als je enkel een melding maakt bij de politie bestaat de kans dat dit geseponeerd wordt.
– Wanneer het over een bekende oproeper gaat dient u best direct een klacht in bij de politie.
Je kan een klacht indienen telkens de oproeper dit gedrag stelt. Belangrijk hierbij is wel dat je bij de politie verwijst naar een voorgaande melding over soortgelijke feiten. Dit zorgt ervoor dat je meldingen aan elkaar gelinkt worden.
– Hoe ongewenste oproepen vermijden?
Eigenlijk kan je bijzonder weinig doen, maar kijk zeker na of je telefoontoestel de mogelijkheid biedt om bekende en/of anonieme oproepnummers te blokkeren. Raadpleeg daarvoor de handleiding van uw toestel of vraag na bij uw telefoonprovider. Weet wel dat dan alle oproepnummers die anoniem binnenkomen worden geblokkeerd.
Een alternatieve aanpak is om alle anonieme oproepnummers niet in persoon te beantwoorden, maar deze te laten beantwoorden door je voicemail. Zorg ervoor dat je in je boodschap van je voicemail vraagt een telefoonnummer na te laten waarop je kan terugbellen. Het is bijzonder oninteressant om als pleger van een hijgtelefoon met een voicemail te bellen.
Emotionele ondersteuning
De juridische stappen zijn één kant van het verhaal, een andere kant is de emotionele last die dit met zich kan meebrengen. Voor ieder van ons is dit anders, mede afhankelijk van de duur en de frequentie waarop deze telefoons worden gepleegd.
Seks is onze core business maar dit wil niet zeggen dat we tolerant moeten zijn als iemand over onze eigen grenzen gaat. Of dat we het onder stoelen of banken moeten steken als we het hier moeilijk mee hebben. Heb je nood aan ondersteuning? Contacteer een collega of contacteer een VVS supervisor, te vinden via de VVS website. We moeten jullie wellicht niet overtuigen dat een luisterend oor goud waard is. Met deze communicatie vanuit de Raad van Bestuur willen we iedereen attent maken op dit fenomeen zodat we elkaar kunnen ondersteunen waar nodig.
Praktische ondersteuning
Indien je vastloopt op bovenstaande procedure of de juridische context. Contacteer dan An Pues van onze Raad van Bestuur voor ondersteuning.
‘Dickpicks’:
gepubliceerd in de standaard op 15/5/2020:
Niet strafbaar
Adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en professor seksueel strafrecht Liesbet Stevens (KU Leuven) bevestigt dat het fenomeen bij veel vrouwen en ook jongens voorkomt. ‘Vooral bij vrouwen met een mening, die in het publieke oog lopen. Die digitale aanvallen hebben als effect dat vrouwen voortaan twee keer nadenken voor ze deelnemen aan het publieke debat en aan zelfcensuur doen. Dat is heel negatief voor de democratie. Het duidt erop dat seksisme er nog steeds is, dat er mannen zijn die het aanvaardbaar vinden om op die manier mensen seksueel te intimideren.’
Toch is de man die ongewenste intieme foto’s stuurt, niet steeds strafbaar. ‘Ik heb geen weet van vervolging’, zegt Stevens. ‘Tenzij iemand herhaaldelijk dezelfde persoon bestookt met dickpics of met verontrustende inhoud. Dan kan je zeggen dat het een vorm van stalking is en dat is strafbaar. Het zou misschien beschouwd kunnen worden als strijdig met de goede zeden, maar wat we als dusdanig zo zijn gaan beschouwen, is geëvolueerd. Wij als maatschappij vinden ‘toestemming’ in deze relevant, maar het strafrecht is daar niet op aangepast. Ik vermoed dat er over ongewenste intieme foto’s bijna geen rechtspraak is.’
Erop aanspreken
Krijg je zo’n foto toegestuurd, dan heeft Stevens volgend advies: ‘Laat best één keer weten dat je daar niet mee gediend bent. En dat je als het nog eens gebeurt je een klacht indient wegens stalking. Sla de foto ook ergens op waar je er niet meer mee geconfronteerd wordt.’ Met delen op het internet moet je opletten. ‘Ga de foto niet in zijn “volle glorie” verder verspreiden, want dan wordt het strafbaar, als vorm van wraakporno of het zonder toestemming verspreiden van seksuele beelden. In dit geval is de foto onherkenbaar gemaakt, dus is er geen probleem. Ook niet wanneer ze de accountnaam herkenbaar deelt. Mensen moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun daden, ook op het internet. Kan je er niet tegen dat ze je ontmaskeren? Stuur dan geen dickpic.’
Ander artikel uit msn.com van maart 2022:
Er bestaat wel degelijk wetgeving om dit soort feiten van elektronische belaging te kunnen aanpakken. Al blijkt dat in de praktijk toch niet zo evident. “Wat we vaak zien is dat mensen zich verschuilen achter profielen. Daarnaast staat in de concrete strafbepaling dat er bewezen moet zijn dat je dat hebt gedaan om overlast te veroorzaken of om iemand te schaden.”
“Soms ligt daar de moeilijkheid, om te bewijzen dat je echt die overlast hebt willen veroorzaken of dat je echt iemand hebt willen schaden.” Dat zegt professor (UAntwerpen) Catherine Van de Heyning, gespecialiseerd in cybercriminaliteit
Artikel 145 §3bis van de wet Elektronische Communicatie
Met een geldboete van 50 EUR tot 300 EUR en met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar of met één van die straffen alleen worden gestraft de persoon, die een elektronische-communicatienetwerk of -dienst of andere elektronische communicatiemiddelen gebruikt om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen alsook de persoon die welk toestel dan ook opstelt dat bestemd is om de voorgaande inbreuk te begaan, alsook een poging om deze te begaan.
“Groot maatschappelijk probleem”
Zowat de helft van de “millennial-vrouwen” (twintigers en dertigers) krijgt wel eens dergelijke berichten of foto’s, zeven op de tien van hen zeggen dat het ongevraagd is, weet professor Van de Heyning. “Dit is dus absoluut een groot maatschappelijk probleem waarover we moeten nadenken. Dit past bij de nieuwe beeldcultuur, een heel geseksualiseerde beeldcultuur die zich op sociale media heeft ontwikkeld.”
“Het kan in de context van een flirterig gesprek gebeuren waarbij iemand dan soms een grens overschrijdt. Maar het gebeurt ook vaak buiten context waarbij mensen seksuele foto’s sturen naar iemand die ze helemaal niet persoonlijk kennen.”
Wanneer slachtoffers naar de politie stappen, gaat de politie eerst uitzoeken of ze de dader kunnen identificeren. “Als dat gelukt is, zal zo’n persoon normaal gezien worden verhoord en dan wordt gekeken of het strafbaar is of niet”, stelt Van de Heyning.
“Slachtoffers beter helpen”
Maar in de databank van de rechtspraak heeft de professor nog geen zaken gevonden waarbij iemand specifiek en alleen voor dat soort berichten al is veroordeeld. “Wat we wel al hebben gezien, is dat het in een groter dossier van stalking werd meegenomen.”
Advocaten website:
Wat zegt de wetgeving over stalking:
Artikel 442bis van het Strafwetboek definieert belaging of stalking als het “ernstig verstoren van de rust van een persoon, terwijl men wist of had moeten weten dat zijn gedrag dit effect had kunnen veroorzaken”.
Een stalker is (meestal) iemand die er alles aan doet om een specifiek persoon op obsessieve wijze te benaderen. Ofwel omdat hij die persoon extreem bewondert (een idool, een potentiële partner, … ), ofwel omdat hij die persoon net haat (een bedrogen ex-partner, een lastige buur, een politieke vijand…).
Om te kunnen spreken van strafbare feiten zij er enkele voorwaarden waaraan moet voldaan zijn:
• Het mag niet gaan om een eenmalig feit, er moet een zekere herhaling van de feiten zijn
• De aantasting van iemands persoonlijke levenssfeer moet in het gedrang komen
• De dader weet of zou moeten weten dat zijn daden verstorend zijn voor het slachtoffer.
De wet voorziet volgende stevige strafmaat voor belaging: een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen.
Het zal uiteindelijk een Correctionele Rechtbank zijn die hierover zal oordelen. Zeker bij stalking zal de rechter heel wat feitelijke elementen in overweging nemen om na te gaan of de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer voldoende zwaarwichtig is, en of de stalker/belager de gevolgen van zijn daden besefte of minstens had moeten beseffen… Als aan al deze voorwaarden is voldaan, is er sprake van strafrechterlijke stalking.
Wat moet je doen wanneer je gestalkt wordt?
De impact die een stalker op je leven heeft kan enorm zijn. Het is belangrijk dat je snel en kordaat reageert, zodat het niet escaleert. Hier volgen enkele tips:
1. Hou alles wat verwijst naar je stalker goed bij. Whatsapps, sms’sen, e-mails, snapchats, post-it’s, voice-mails, … Neem screenshots. Wijzig niets aan die berichten en wis ze dus niet. Breng je naaste omgeving snel op de hoogte.
2. Noteer alles gedetailleerd: Feit, datum en exact uur.
3. Stuur een duidelijke ‘stopbrief’ aan de stalker. Zo kan hij niet meer doen alsof hij niet wist dat zijn/haar gedrag ongepast is. Als je dit zelf niet wil schrijven, laat een advocaat dergelijke brief schrijven.
4. Als dat niet helpt, ga dan naar de politie voor een aangifte van stalking. Neem daarbij alle bewijzen mee die je hebt verzameld.
5. Als bovenstaande niet werkt, en de stalker hardnekkig blijft belagen, kan je een klacht met burgerlijke partijstelling bij de Onderzoeksrechter neerleggen. Dan wordt een gerechtelijk onderzoek opgestart, en zal hij zich sowieso moeten komen verantwoorden en kunnen eventueel voorwaarden opgelegd worden, zoals een storingsverbod of een contactverbod. Dit kan/zal uiteindelijk ook tot een effectief strafrechterlijk proces komen voor de Correctionele Rechtbank.
6. Maar ook zonder strafrechtbank kan een contactverbod aangevraagd worden. Dit kan in kortgeding voor een burgerlijke rechtbank. Een contactverbod kan gevraagd worden, of een straatverbod, waarbij de stalker op bepaalde plaatsen niet meer mag komen. Daaraan kan eventueel een dwangsom gekoppeld worden.